Spring naar inhoud
logo

Kom kennismaken met 't Groot Clooster

“Alsof je op vakantie bent, maar dan elke dag”

Een gesprek met twee bewoners van de woonboten in ’t Groot Clooster

Tussen het riet en kabbelende water van ’t Groot Clooster ligt een woonbotenhaven, die door velen over het hoofd wordt gezien. Een plek omringd door natuur en herinneringen. Berty  Peterzen woont hier al 51 jaar en Mieke van der Voort 40 jaar. Samen vertellen ze het verhaal van een bijzondere gemeenschap op het water.

De haven was vroeger nog geen erkende woonschepenhaven, maar er waren tijdelijke ligplaatsen voor passanten. Er verbleven toen een bonte verzameling mensen: een orgeldraaier, fietsenmaker en helemaal achterin twee broers die ondergedoken zaten tijdens de oorlog en werkten op de vuilnisbelt die ernaast lag. Zij waren de eerste vaste bewoners. Toen begin jaren 70 de illegale woonboten die in het haventje van Heemstede lagen, weg moesten, zijn ze naar onze haven verhuisd. Vanaf dat moment werd de haven een erkende woonbotenhaven, de Cruquiushaven. Er liggen nu 19 woonarken.

Berty kwam als jong meisje naar de haven. Haar eerste boot was een klein eenvoudig bootje. Er waren toen ook nog geen aansluitingen; geen gas en geen riolering. In de winter vroor alles vast, dan moest we aan de bak. Want de boot mocht niet in het ijs vast komen te liggen. Toch was het een rijk leven, veel gezelligheid en saamhorigheid. Het voelde als pionieren. Er was vrijheid, ruimte en natuur.

“Het was een mooie tijd. Iedereen kwam langs. Op de schaats, met verhalen, met hulp. We leefden buiten. De hekken waren laag en de drempels ook. Er was contact en je kende elkaar. Berty vult aan; Gerrit, een van de oude bewoners had vroeger aan de overkant een groentetuin. Hij kwam dan met groente langs de deur die wij van hem kochten. De sfeer is nu nog steeds hecht. Als een boot moet verplaatsen, helpt iedereen mee. “En degene die ‘verhuist’ zorgt voor de catering”, zegt Mieke met een lach. “Dat hoort erbij”. De saamhorigheid onder de bewoners is echt speciaal. We zijn er nog steeds voor elkaar”, aldus Mieke.

“Zomers wordt er gezwommen. Een van ons zet dan de thee en dan springen we het water in. De natuur is hier rijk; zwarte zwanen, egels, nachtegalen, uilen en zelfs schildpadden. Gans Gijs liep hier ook ooit rond als een directeur”, herinnert Mieke zich. “Dan tikte hij met zijn snavel op de ramen om aandacht te trekken”.

Toch zijn er ook zorgen. Jongeren die ’s nachts lawaai maken, vuurwerk afsteken of barbecueplekken maken in het park Meermond, onze achtertuin. Het zeer irritante geluid van de MACH, (de model auto club) en de drukte voor de milieustraat op zaterdag. De rij auto’s staat dan tot de ingang van de haven en je kunt er niet in of uit. Ook het fietspad wordt geblokkeerd.

Maar ondanks die punten is de liefde voor deze plek in ’t Groot Clooster onverminderd groot. “Ik vind het fantastisch. Ik kan niet beter wonen”, zegt Berty. “Midden in de natuur. Dicht bij uitvalswegen. Het is nog steeds een goed bewaard geheim. We begonnen als woonbootbewoners achter de vuilnisbelt en wonen nu in watervilla’s achter park Meermond. Maar het gevoel is hetzelfde gebleven: thuiskomen in de rust. Alsof je op vakantie bent, maar dan elke dag”.

Deel dit artikel

Login om verder te gaan

Meld je aan voor de nieuwsbrief



Annuleren